Patisson
Synoniemen : Bonnet d’Electeur, Bonnet de Prêtre, Couronne Impériale, Artichaut de Jérusalem, Artichaut d’Espagne, Arboufle d’Astrakhan, Prinsenmuts, Bischofsmütze, Custard Marrow, Patty Pan…
Cucurbita pepo type Patissonina
Patissons, pronkappelen, prinsenmutsen...zijn struikcourgetten met typische platte, ster- of schotelvormige vruchten in meerdere kleuren. Indianen in Noord-Amerika teelden ze reeds eeuwenlang toen zeelui ze in de 16 de eeuw naar onze streken brachten. De Europeanen raakten door de bizarre vorm van deze vruchten gefascineerd. De plantkundigen Dodoens (1554), Lobelius (1591) en J.Gerard (1580) beschrijven en illustreren deze courgettes in hun ‘Kruidboeken’. Patissons zijn, net als andere courgetten of zomerpompoenen, jong het lekkerst. Men kan ze eventueel opvullen ( bv met eieren) en vervolgens in de oven gratineren. Volgroeid zijn ze taai en zijn ze uitsluitend geschikt als decoratie. Indien ze volledig rijp worden geoogst , kan men ze makkelijk drogen. De meest bekende is de wit vruchtige patisson maar er zijn nog tal van andere kleuren te ontdekken...
-‘Rodeo’ ‘Early white scallop’...wit
-‘Belyi 13’ ...eveneens wit maar breder van vorm
-‘Black Scalloppini’...zwartgroen
-‘Menominee’ ...zwartgroen met lichtere banden en strepen
-‘Sunburst F1’...geeloranje
-‘Patisson orange’...oranje
-‘Patisson verruqueux’...wratachtige ,oranje-gele prinsenmuts
-Patisson panaché in groen en wit of groen en geel...


Afbeelding van Patissons of 'Pronkappelen' uit ‘La Belgique Horticole’ ( Liege -B ) -anno 1853