Meslé, Louis (1832-1914)
Louis Meslé (vermoedelijk 1832-1914), creator’van twee aardbeirassen,
werkte als meesterhovenier op het kasteel van Migneaux, in de buurt van Poissy ( Seine et Oise )
In de moes- en fruittuin experimenteerde hij met het vervroegen van kersen : door kleine kersenboompjes in grote potten te telen en in een serre te plaatsen, kon hij veel vroeger vruchten oogsten. Met deze procedure bekwam hij meerdere médaille's op tuinbouw-tentoonstellingen
Hij is al een paar jaren bezig met het kruisen van aardbeien als hij rond 1898 in de tuinen van dit kasteel een interessant ras bekomt.
Uit een kruising van 'Docteur Morère' met 'Général Chanzy' wordt deze nieuwe variëteit geboren ,ditmaal draagt hij die op aan zijn echtgenote "Madame Louis Meslé". Hij had enkele jaren ervoor een Begonia naar ‚Madame Mandrot‘ (eigenares van het kasteel) genoemd…
Hij had ook interesse voor meloenen : hij schreef er artikels over, onder andere in 'Revue Horticole' in 1900 en ontwikkelde ook een variëteit : 'Cantaloup Parisien' waarvan een kleurplaat te bewonderen is in 'Revue Horticole' -Parijs- anno 1903.
De Begonia overleeft en is nog steeds verkrijgbaar, de aardbei verdwijnt en wordt in 1906 al ‚verdrongen‘ door ‚Madame Moutot‘, een zaailing van Charles Moutot, een streekgenoot uit Poissy.
Rond 1907 verhuist hij naar Normandië, naar Bolbec, in de buurt van een andere aardbeizaaier en tevens een goede vriend : Louis Gauthier uit Caen.
Zijn tweede aardbeiras noemde hij ‚Ami Louis Gauthier‘
'Madame Meslé' cliché uit 'Revue Horticole' Paris-1902-
Ref. catalogus F.Debaux-1914-
Ref. R.Smits-1936-
Ref. catalogus Vilmorin-Andrieux-1910-
Ref.Josef Vanek-CS-1941-
In de jaren 1920-30 verzwakken de planten blijkbaar want de afbeeldingen van dit ras worden steeds kleiner en de beschrijvingen minder positief zoals Joseph Vercier opmerkt in „Le Fraisier“ uit 1934
„de planten zijn wel groeikrachtig maar weinig productief, een variëteit voor liefhebbers en voor collectie's“
Ref. Catalogus Rivoire & fils-Lyon-1914-
ook buitenlandse firma's tonen veel interesse zoals het Milanese zaadhuis 'Fratelli Ingegnoli' (1904) : in de herfstcatalogus is een mooie kleurplaat van dit ras afgebeeld met volgende vermelding "
“Signora L.Meslé“ is bestemd om de 'Koningin der aardbeien' te worden, dit door zijn uitstekende kwaliteiten ( la polpa ne e fondente, zuccherina e aromatica), zijn grote opbrengst en zijn ongeëvenaarde vroegrijpheid.."
Ref. Chateau de Migneaux in Poissy waar Charles Meslé tuinierde...
De doorbraak van dit ras komt enkele jaren later wanneer er een artikel verschijnt in het gerenomeerde Parijse 'Revue Horticole' van 1902 met uitvoerige beschrijving en illustratie, geschreven door de bekende aardbeikenner uit die periode, Lapierre fils.
Deze aardbei komt in de handel via de meest bekende zaadhuizen uit die tijd : Charles Molin uit Lyon (1905), Louis Gauthier uit Caen (1908), Vallet-Cyprien uit Saint-Mathurin (1909), Vilmorin-Andrieux uit Parijs (1908), Rivoire & fils uit Lyon (1914),...
Ref. Josef Vanek-CS-1941-
Zijn tweede aardbeiras ‚Ami Louis Gauthier‘ kent minder succes, we vonden heel weinig informatie terug, opmerkelijk is de illustratie en beschrijving uit Tsjechië in 1941 door Jozef Vanek in „Lidova Pomologie“
Ref.Emile Stappaerts-1924-