Alger, Noir à Rames

Synoniemen : ‘Haricot Beurre’‘Black Algerian wax’ ‘Alger Saulnier’ ‘Haricot Cire’ ‘Indian Chief’’de Mongolie’’transparent’ ‘Haricot Délicieux’

Deze staakprinses is even populair en geliefd als de struikvariante ‘Alger, Noir Nain’

Ze is reeds lang in cultuur : de Gentse zadencatalogus van Louis Van Houtte vermeld hem al in 1843.

Volgens Hedrick, U.P.(1931) zou hij rond 1840 in Frankrijk zijn geïntroduceerd, blijkbaar uit Algerije.

Hij wordt voor het eerst geïllustreerd en beschreven door Joseph Neumann in Revue horticole van 1849 …”le grain est bleu foncé, arrondi, et la tige volubile s’élève à environ 2 mètres à 2 m50, ses fleurs sont d’un beau lilas rosé, ses gousses d’abord vert,  jaunes…et ensuite blanchâtres…Ces cosses ont un goût excellent..”

 Later zou een Belgisch tijdschrift nl. ‘Journal d’Horticulture Pratique de la Belgique ou guide des amateurs et jardiniers’ in 1850/51 dit artikel overnemen en aan toevoegen waar men bij ons de zaden kan kopen : bij de zaadfirma ‘Van den Driesse en Panis’ aan de Grote Markt in Brussel , en in St-Gillis bij de bekende Pomoloog Jean de Jonghe .

Wordt in 1946 nog aangeboden in de Franse zadengids van ‘Vilmorin-Andrieux’.

De laatste vermelding vinden we in ‘Essai de classification des principales variétés de haricots’ in Revue Horticole van 1950.