Reine de France

Reine de France

Synoniem : ‚Mère de famille‘ ‚Queen of France‘

Staakprinses met paarsgestreepte groene peulen die later lichtgeel worden om tenslotte bijna volledig wit te kleuren.

De bonen zijn chamoiskleurig met zwarte strepen.

Herkomst onbekend. Vermoedelijk rond 1888 op de markt gebracht.

In het gerenomeerde tijdschrift „Bulletins d’arboriculture, de floriculture et de culture potagère“ of „Tijdschrift voor boomteeltkunde, bloementeelt en moeshovenierderij‘-Gand/Gent-B-1888-beschrijft tuinbouwkundige Emile Rodigas ( 1831-1902) deze variëteit bij de rubriek ‚Légumes nouveaux ou recommandable‘…

„Variété remarquable par le développement de ses belles cosses blanches qui ont 25 cm de longeur. Grains aplatis, irréguliers, en rognons, couleur chamois zébré de noir. Végétation vigoureuse, maturité demi-tardive“

Ook zeer productief …„Nous le considérons comme une variété d’avenir pour les établissements ou il y a beaucoup de monde à nourrir“

Ref Revue horticole-Paris-1889 p.79-

 In 1905 komt er een variante met witte bonen in de zadencatalogus van Charles Molin uit Lyon-F- „Mangetout Reine de France à grain blanc“

Reine de France-

Ref. Denaiffe-1906-

reine de france

"Reine de France à grain blanc" new in de zadencatalogus van Charles Molin-Lyon-1905-

reine de france-2

"Reine de France à grain blanc" new in de zadencatalogus van Charles Molin-Lyon-1905-

Rond 1900 waren bonen met witte of groene zaden erg in trek, vooral dan prinsessenbonen omdat ze bij volledige rijpheid van de peulen nog als droogboon of dopboon konden gebruikt worden. Bonenrassen met gekleurde zaden kleurden de 'bouillon' of 'hutsepot' , wat niet door iedereen kon geapprecieerd worden.

Reacties zijn gesloten.